Categories

Autodesk 3D Max

Autodesk 3DS Max

NTS biedt 3D-modellering aan als onderdeel van 3D virtualisatie aan de hand van een asset management programma. Door middel van 3D virtualisatie worden realistische virtuele omgevingen gemaakt van bijvoorbeeld uw bedrijfspand, kantooromgeving of campus. Hiervoor gebruikt NTS het programma Autodesk 3DS Max.

Autodesk 3DS Max is een geavanceerd 3D AutoCAD-programma dat wordt gebruikt voor het modelleren van 3D-objecten. Deze objecten kunnen vervolgens worden geïmporteerd in ThreeJS, waarna de objecten fotorealistisch in 3D kunnen worden weergegeven.

 

Werkwijze

1. Verzamelen van asset-foto's en informatie

De te modelleren objecten worden gefotografeerd of gefilmd. De objecten kunnen ook worden gescand met 3D-scanners, hoewel deze laatste optie momenteel vrij duur is vanwege de prijs en kwaliteit van 3D-scanners.

Voor objecten zoals gebouwen of kantoorruimtes worden meestal de muren, daken, ramen en deuren gemodelleerd. In het geval van kantoorruimtes worden onder meer wanden, vloeren, deuren, ramen, plafonds etc. gemodelleerd.

Daarnaast worden kleinere objecten gemodelleerd, zoals objecten uit het assetmanagementprogramma. Dergelijke objecten zijn bijvoorbeeld meubels, computerapparatuur, machines, magazijnstellingen, rijdend materieel, gereedschap, etc.

De afmetingen (lengte, breedte en hoogte) van alle objecten worden bijgehouden in een spreadsheet.

 

2. Modelleren

Het modelleren zelf gebeurt in Autodesk 3DS Max. Autodesk 3DS Max wordt gebruikt om 3D-assets te modelleren, voor UV unwrapping, texturing, rigging, lighting, rendering en animatie. Bij NTS wordt dit programma met name gebruikt om 3D-assets te maken, UV unwrapping en texturing. 

Het modelleren kent de volgende werkwijze:

  • De foto's of videos worden gebruikt als referentie bij het maken van het 3D-model. De afbeelding wordt als texture op een vlak geplaatst in een 3D werkfile. 
  • Een kubus met ruwweg de juiste afmetingen wordt geplaatst in het centrum van de 3D werkfile. Dit heet "world origin." Aan de hand van de referentiefoto wordt de kubus geschaald tot de buitenmaten overeenkomen.
  • het echte modelleren gebeurt door middel van toevoegen, extruderen en knippen van primitieve vormen tot het gewenste resultaat is bereikt

  • Materials en Textures worden toegekend aan de oppervlakken van een model. Zo kan bijvoorbeeld een houtstructuur worden toegepast op de basiskleur van een object. Individuele Textures zijn te downloaden van het internet.
  • Opacity/Transparency bepaalt of een oppervlak doorzichtig is en in welke mate. Dit wordt bewerkstelligd door middel van een slider in het Materials menu. Een hoge Opacity waarde betekent een ondoorzichtig oppervlak.
  • het 3D model wordt geëxporteerd als een .fbx bestand. Voor ons asset programma wordt de export gedaan met het model gecentreerd op world origin, zodat deze later precies op coördinaten te plaatsen zijn in een 3D wereld vanuit een database.

Het modelleren is een relatief tijdsintensieve bezigheid en hangt af van o.a.:

  • Vorm en formaat - hoe complex of eenvoudig is de vorm van het asset
  • Detailniveau van het asset - dit verwijst naar de complexiteit of eenvoud van een asset
  • Functionaliteit van het asset - dit helpt bepalen of het asset prioriteit moet krijgen bij het ontwerp

3D modelleren wordt door ons in Kenya gedaan met behulp van ervaren 3D designers. Hierdoor blijft het modelleren goed betaalbaar.

Lang niet alle objecten behoeven gemodelleerd te worden. Veel materiaal is ook aanwezig in zogenaamde asset libraries. Dit zijn voorgemodelleerde objecten die uiterlijk gelijk zijn of ongeveer gelijk zijn aan hoe de asset er uitziet. In dit geval kan de tijd voor modelleren en het kiezen van de juiste textures/materials aanzienlijk gereduceerd worden, omdat dan enkel de aanwezige files geïmporteerd hoeven te worden en op schaal en kleur te worden aangebracht.

3. Files uploaden naar Asset Management Program

Wanneer het object klaar is wordt deze gecontroleerd op uiterlijke gelijkheid en verhoudingen met het echte object. Wanneer deze voldoen, worden de gebruikte files overgezet met FTP naar het Asset Management programma en file informatie ingevoerd in het database programma.

 

4. Asset pattern invoeren

Ten slotte wordt door middel van zgn. asset patterns aangegeven hoe vaak het model zich eventueel moet herhalen in de 3D visualisatie. Bijvoorbeeld met een zaal van 100 stoelen hoeft de stoel in principe maar 1x ingevoerd te worden en kan vervolgens met 1 of meerdere asset patterns herhaald worden afgebeeld.